De Franse pianist Lucas Debargue leerde zichzelf pianospelen toen hij tien jaar oud was. Vijf jaar later liet hij de piano geheel los, studeerde kunst en literatuur aan de Université Paris Diderot, maar begon op zijn twintigste aan een pianostudie aan het Parijse conservatorium. Het verbluffende resultaat was zijn vierde prijs tijdens het prestigieuze Tsjaikovski-concours van 2015. Sindsdien heeft Lucas Debargue talloze concerten en recitals gegeven in beroemde zalen waaronder de Wigmore Hall in Londen, het Konzerthaus Wien, Carnegie Hall in New York en het Amsterdamse Concertgebouw. Hij soleerde onder grote dirigenten als Mikhail Pletnev en Vladimir Jurowski en speelde samen met onder anderen Gidon Kremer, Janine Jansen en Martin Fröst. Ook was hij regelmatig te vinden op de festivals van La Roque d’Anthéron en Verbier.
Inmiddels heeft Lucas Debargue diverse cd-opnames op zijn naam staan. Zijn omvangrijke album van vier cd’s met sonates van Scarlatti werd door The New York Times bestempeld als ‘één van de tien klassieke cd’s die het volgende decennium inluiden’. Naast spelen componeert hij ook. In opdracht van Kremerata Baltica, waar hij tot ‘permanente gast’ is benoemd werkt hij aan een kameropera.
Maar een paar pianisten kennen het geheim om perfecte techniek, perfecte klank en perfecte bezieling te laten samensmelten.
Debargue in een interview met The Art Desk.