In seizoen 2025-2026 blaast het Nederlands Kamerorkest maar liefst zeventig kaarsjes uit. Het concert van zaterdag 18 oktober vormt de feestelijke opening van dit speciale jubileumseizoen. Hoe begon de muzikale reis van het orkest zeventig jaar geleden?


70 jaar Nederlands Kamerorkest: 'zonder sterallures, maar met hartstocht en samenspel'
Gepubliceerd op 15 October 2025
Met een repetitie op een zolder van Het Concertgebouw. Daar hield de oprichter, de Pools-Amerikaanse violist en dirigent Szymon Goldberg, het allereerste proefspel. Hij geloofde in een orkest dat niet een 'kleine versie' van een groot symfonieorkest zou zijn, maar een grootse vorm van kamermuziek. Een ensemble waarin iedere muzikant telt en iedereen elkaar hoort.
Goldberg was geen man van sterallures. Hij werd omschreven als 'een vader voor het orkest', iemand die dag en nacht werkte en tegelijk deel van de familie was. Die teamgeest – musici die voor elkaar door het vuur gaan – is nog steeds de kern van het Nederlands Kamerorkest.
Buitenlandse tournees
Al snel werd duidelijk dat dit ensemble niet alleen in Nederland indruk maakte. De eerste buitenlandse tournees waren ware pionierstochten. Een orkestlid vertelde ooit dat hij in Italië een extra koffer moest aanschaffen om al het contante geld dat ze kregen voor hun slaapplekken - enorme stapels lires - te kunnen vervoeren. En tijdens een tournee door Amerika eindigden ze zelfs op bezoek op de ranch van meneer Kellogg, ja, die van de cornflakes.
De lijst van landen en zalen waar het Nederlands Kamerorkest heeft gespeeld is indrukwekkend: van Japan tot Zuid-Amerika, van de Wiener Festwochen tot het Sydney Opera House. In 1980 schreef het orkest geschiedenis als een van de eerste westerse ensembles die een tournee door China maakten. En er waren momenten die bijna intiem aandoen, zoals die keer dat Benjamin Britten, toch een wereldberoemde componist, zó zenuwachtig was bij een uitvoering met ons orkest dat hij zijn stokje stevig tegen de lessenaar drukte om het trillen van zijn hand te verbergen.

Van Haenchen tot Nikolić
Na Goldberg volgden nieuwe generaties leiders. In 1986 trad Hartmut Haenchen aan als chef-dirigent, een rol die hij zestien jaar lang vervulde. Onder zijn leiding kreeg ook de samenwerking met de opera vaste vorm: het Kamerorkest werd, naast het Philharmonisch, structureel operaorkest in Amsterdam. Sindsdien hebben we bij de Nationale Opera talloze producties begeleid - van Rossini tot Mozart, en van klassiekers tot hedendaagse wereldpremières. Het liet zien dat de fijnzinnigheid van kamermuziek ook in de grote operabak een onmisbare kracht kan zijn.
Het orkest kende ook moeilijke tijden. Subsidies stonden soms onder druk, en meer dan eens leek het voortbestaan onzeker. Maar telkens weer klonk de muziek sterker. Denk aan het protestconcert in 1977, met dertigduizend steunbetuigingen, of dat in de Beurs van Berlage in 2000. Steeds weer bleek de kracht van dit orkest: veerkracht, verbondenheid en de overtuiging dat muziek onmisbaar is.
Sinds 2004 staat het Kamerorkest onder leiding van Gordan Nikolić, onze concertmeester en muzikaal leider. Hij belichaamt de traditie waarmee dit orkest ooit begon: zonder sterallures, maar met hartstocht en samenspel.