Agenda

Za 11 & ma 13 oktober in Het Concertgebouw Amsterdam

Dit weekend gaat het gloednieuwe werk Insneeuwing van de Nederlandse componist Catharina Clement in première bij het Nederlands Philharmonisch. Ze schreef het werk in opdracht van het orkest nadat ze opviel met haar bijdrage aan het Composers Lab, de kweekvijver voor jonge componisten van het Nederlands Philharmonisch & Nederlands Kamerorkest. Insneeuwing is onderdeel van een programma met De vuurvogel van Stravinsky en Rachmaninoffs Rhapsodie op een thema van Paganini met de jonge pianovirtuoos Alexander Malofeev. Het orkest staat onder leiding van de Oezbeekse dirigent Aziz Shokhakimov.

Catharina Clement (1998) is musicoloog en behaalde onlangs een bachelor in compositie aan het Conservatorium van Amsterdam. Haar werk werd onder andere uitgevoerd door het Koninklijk Concertgebouworkest, als onderdeel van hun Componistenworkshop, en door het Nederlands Blazers Ensemble. Clement nam deel aan het Composers Lab van het Nederlands Philharmonisch & Nederlands Kamerorkest en deed binnen dat project tweemaal mee aan The Song Project, waarin compositiestudenten een bestaand lied instrumenteren en een nieuw werk schrijven voor stem en ensemble.

Het Composers Lab blijkt een echte kweekvijver; Clement is al de derde deelnemer die zo opviel dat ze werd gevraagd om een compositie voor één van beide orkesten te schrijven. Eerder waren dat Ramin Amin Tafreshi en Julian Tjon Sack Kie. Het eindresultaat van Clement is de opdrachtcompositie Insneeuwing waarvan dit weekend de wereldpremière te horen is en die aansluit bij het sprookjesachtige karakter van De vuurvogel van Stravinsky.

Catharina Clement over Insneeuwing

Insneeuwing
Emotie, mystiek, en fantasie zijn enkele begrippen die voor Catharina Clement essentieel zijn in haar muziek en die zijn terug te vinden in de compositie Insneeuwing , gebaseerd op een fantasievol zelf bedacht kort verhaal. Een kleine jongen, in het orkest verbeeld door de piano, heeft zijn korte leven louter in een grote Oost-Europese kathedraal doorgebracht en heeft van de wereld daarbuiten geen weet. Al wat hij kent is het grootse interieur en het gezang van de monniken, zoals het gregoriaanse Rorate coeli , dat hij als misdienaar meezingt. Het is overweldigend, maar soms ook onbevredigend. Dan betreedt hij zijn dromen door een tunnel van klanken met een veelheid aan ragfijn slagwerk. Hij speelt en danst buiten in de sneeuw, omringd door zijn gefantaseerde vriendjes. Maar onvermijdelijk moet hij zijn droomwereld weer verlaten en komt hij terug in de realiteit van zijn beperkte leven. Het brengt een gevoel van verdriet, maar ook van innerlijke kracht omdat hij nu meer ervaart wie hij werkelijk is. Clement maakt van het geheel muziek vol gevoel, niet met het grootste gebaar van een compleet symfonieorkest, maar in de kleinheid van ontelbare delicate kleurschakeringen die een orkest kan bieden.