Altviolist Fernando Pérez Calvo (1999) is een van onze zes academisten. Aankomend weekend is hij met het Nederlands Philharmonisch te horen in een uitverkocht Concertgebouw in de Carmina Burana van Carl Orff. Om hem wat beter te leren kennen, stelden we hem vijf vragen.
1) Wat was je eerste ervaring met klassieke muziek?
Ik was nog heel jong, ongeveer drie of vier jaar oud. Op de Spaanse televisie was er een programma voor kinderen waarin ze live klassieke muziek speelden en ondertussen uitlegden wat ze aan het doen waren. Het publiek, dat alleen uit kinderen bestond, werd er actief bij betrokken. Ik weet nog hoe jaloers ik was op die kinderen op tv.
2) Wie is een bron van inspiratie voor jou?
Toen ik begon met muziek wist ik niet echt wat mijn mogelijkheden waren. Ik had gewoon een leuke tijd met spelen en leren en ik dacht er niet veel over na. Pas later realiseerde ik me hoe moeilijk deze wereld was. Een neef van mijn vader, een professionele violist in Spanje, spoorde mijn ouders aan om mij in te schrijven bij het conservatorium toen ik zeven jaar oud was. Hij was een inspiratie, net als elke altvioolsspeler die ik zie spelen in professionele orkesten. Ik wil ook in die positie zitten. En dat voor me zien, helpt me mezelf te pushen om die droom te bereiken.
3) Als je een ander instrument zou spelen, welke zou dat dan zijn?
Dit is iets waar ik veel over heb nagedacht in mijn leven en ik denk dat ik iets heel anders zou kiezen dan de altviool. Ik hou van de hoorn. Ik vind het een heel veelzijdig instrument. Hij kan super delicaat zijn, maar ook agressief als dat nodig is. Hij heeft ook een prachtig timbre dat goed past bij bijna elk ander instrument.
4) Wie is je favoriete componist en waarom?
Tsjaikovski. Ik heb normaal gesproken geen favorieten. Als ik een stuk mooi vind, maakt het me niet uit wie het heeft geschreven, maar er is iets aan Tsjaikovski's muziek dat me meer grijpt dan de rest. Ik hou van zijn grote talent om prachtige melodieën te creëren en zijn gevoeligheid. Elke keer als ik naar een concert ga waar zijn muziek wordt gespeeld, weet ik dat ik blij wegga. Hoewel ik de voorkeur geef aan zijn balletten, is mijn favoriete stuk aller tijden zijn Vijfde symfonie.
5) Waar kijk je het meest naar uit in je tijd als academist?
Het klinkt misschien een beetje cliché, maar ik wil plezier hebben en muziek maken. Het is een droom om mee te kunnen spelen met het Nederlands Philharmonisch, waarmee we geweldige symfonische en operaproducties doen, en tegelijkertijd met het Nederlands Kamerorkest met een kleiner en intiemer repertoire. Die veelzijdigheid is cruciaal voor mijn ontwikkeling als musicus. Ik kom daardoor in verschillende situaties terecht en daardoor krijg ik meer zelfvertrouwen op het podium.
Foto: Milagro Elstak