Op 6 februari overleed Jan Willem Loot, algemeen directeur van het Nederlands Philharmonisch Orkest|Nederlands Kamerorkest van 1985 tot 1998. Van 1998 tot zijn pensionering in 2008 was Loot algemeen directeur van het Koninklijk Concertgebouworkest. Daarna vervulde hij dezelfde functie nog vier jaar bij het Orchestre National de France. Jan Willem werd op 15 december 1943 geboren in Breda. Hij studeerde cello bij René van Ast en Bertus van Lier en voltooide een studie rechten in Groningen. Hij was daarna acht jaar directeur van het Overijssels Philharmonisch Orkest in Enschede. Vervolgens werd Loot directeur van het Amsterdams Philharmonisch Orkest, dat in 1985 fuseerde met het Utrechts Symfonieorkest en het Nederlands Kamerorkest. Loot werd toen algemeen directeur van het Nederlands Philharmonisch Orkest waarvan het Nederlands Kamerorkest onderdeel zou blijven uitmaken. Met deze fusie ontstond de grootste en meest veelzijdige orkestorganisatie van ons land. Beide orkesten werden orkestpartner voor de toenmalige Nederlandse Opera (nu De Nationale Opera). In samenwerking met De Nederlandse Opera werd Hartmut Haenchen in 1985 door Loot aangetrokken als chef-dirigent. Dit vormde onder zijn leiding de start van de succesvolle ontwikkeling van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest tot orkesten met een sterke internationale reputatie en van grote betekenis voor De Nederlandse Opera.
Onder Loots leiding werden twee zalen en kantoren voor het orkest gerealiseerd in de monumentale Beurs van Berlage. Thuiszaal voor de grote concertseries bleef Het Concertgebouw Amsterdam.
Rob Streevelaar, algemeen directeur van het Nederlands Philharmonisch Orkest|Nederlands Kamerorkest: ‘Jan Willem is zijn hele leven blijven houden van onze beide orkesten. Tot voor kort bleef hij regelmatig onze concerten bezoeken en kwam dan graag even een praatje maken in de dirigentenkamer. Hij fluisterde mij dan een collegiaal advies in of een recensie over het zojuist beleefde concert. Daarin klonken zowel zijn grote ervaring als zijn liefde voor de muziek door. Musici, medewerkers en ons publiek zullen zich Jan Willem blijven herinneren als mooi mens en betrokken directeur.’
