‘Als hij het niet kan spelen, wie kan het dan wel?’ schreef de Volkskrant nog niet zo lang geleden over de onwaarschijnlijk fabuleuze techniek van de Canadese pianist Marc-André Hamelin. Sinds de winst van de Carnegie Hall International Competition of American Music in 1985 behoort hij al meer dan 35 jaar tot de top van internationaal beroemde concertpianisten. Het bracht hem naar bekende zalen als Wigmore Hall in Londen, de Herkulessaal in München en Het Concertgebouw in Amsterdam, waar hij speelde in de serie Meesterpianisten. Hij werkte samen met onder meer het London Philharmonic Orchestra, het Cleveland Orchestra en het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Met zijn meer dan 70 cd’s won Marc-André Hamelin een groot aantal prijzen, waaronder tot zeven maal toe een Gramophone Award. In zijn repertoirekeuze is hij eigenzinnig. Hij is altijd op zoek naar virtuoze werken van vrijwel vergeten componisten als Catoire, Roslavets en Ornstein.
Als je jong bent wordt je overweldigd door virtuositeit. Nu vind ik het veel verrijkender om me te laten overweldigen door simpele dingen.
Marc-André Hamelin in een interview met BBC Music Magazine.