Als kind was René Jacobs al koorknaap van de Sint-Baafs Kathedraal in zijn geboorteplaats Gent. Na studies klassieke talen aan de universiteit van Gent en zang aan het conservatorium van deze stad, gaf hij enige tijd lessen Latijn aan het Sint-Lievenscollege. Hij volgde tevens lessen van de beroemde countertenor Alfred Deller en werd in 1977 voltijds musicus. In eerste instantie verwierf Jacobs grote bekendheid als contratenor. Hij speelde in talloze barokke opera’s, zong veel kerkmuziek en maakte een groot aantal cd-opnames. Naderhand legde hij zich ook toe op het dirigeren van muziek uit de 17e en 18e eeuw en geldt hij bij uitstek als kenner van de barokke opera.
In 1977 richtte René Jacobs ook het ensemble Concerto Vocale op. Het werd een van de topensembles op het gebied van de authentieke muziekpraktijk. Daarnaast dirigeerde hij vele gespecialiseerde ensembles als Concerto Köln, de Akademie für alte Musik Berlin en het Freiburger Barockorchester. Van 1997 tot 2009 was hij artistiek leider van de Innsbrucker Festwochen der Alten Musik. In zijn lange carrière maakte René Jacobs meer dan 250 opnames. Daarin neemt de muziek van Bach een belangrijke plaats is. Van de Johannes-Passion legde hij beide versies van 1724 en 1725 op de cd vast. In de loop der jaren heeft hij zijn repertoire verder uitgebreid. Zijn uitvoeringen van de opera’s van Mozart gelden als exemplarisch. Ook dirigeert hij werk van Beethoven, Schubert en Mendelssohn.
Op vakantie neem ik altijd een paar partituren mee. Ik kan misschien vijf dagen zonder, maar niet langer. Ik hoef de muziek niet per se te spelen of te horen: ik moet het zien, zodat ik het innerlijk kan horen.
Jacobs in een interview met Place de l’Opera.